Asbest en de gevaren ervan - een grondige blik op de regelgeving
Asbest was ooit een veelgebruikt materiaal in de bouwsector dankzij zijn isolerende eigenschappen en bestendigheid tegen vuur en chemische processen. Echter, naarmate het bewijs voor de ernstige gezondheidsrisico's van asbestvezels zich opstapelde, hebben landen wereldwijd maatregelen getroffen om het gebruik ervan aan banden te leggen. In België is de wetgeving omtrent asbest vastgelegd in verschillende wetten en reglementeringen, die de bescherming van de volksgezondheid en het milieu als prioriteit stellen.
Eén van de belangrijkste elementen in de Belgische wetgeving omtrent asbest is het 'Productenbesluit asbest', dat een expliciet verbod inhoudt op de handel, het op de markt brengen en het gebruik van asbesthoudende producten. Dit besluit is gebaseerd op zowel Europese richtlijnen als nationale regelgeving die streeft naar een asbestveilige omgeving.
Het gebruik van asbest in producten werd in België al in 1998 officieel verboden, met de implementatie van het Koninklijk Besluit betreffende het op de markt brengen en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, waar asbest nadrukkelijk onder valt. Dit verbod geldt voor zowel de nieuw geproduceerde als de reeds bestaande asbesthoudende materialen.
Daarnaast zijn er richtlijnen over hoe asbesthoudend afval moet worden behandeld. De verwijdering en verwerking van asbest vereist haarfijne nauwkeurigheid om te voorkomen dat vezels in de lucht komen en zowel arbeiders als omwonenden bedreigen. Het veilig verwijderen van asbest is een complexe procedure die uitgevoerd moet worden door erkende asbestverwijderaars die in het bezit zijn van een certificaat dat aantoont dat ze de benodigde trainingen hebben genoten en de juiste procedures volgen.
De Vlaamse regelgeving heeft daarnaast in 2021 een asbestafbouwbeleid aangekondigd met als doel Vlaanderen tegen 2040 asbestveilig te maken. Dit betekent dat alle bekende, makkelijk bereikbare asbesthoudende materialen tegen die tijd verwijderd moeten zijn. Er wordt daarbij speciale aandacht besteed aan asbestcement, wat veel gebruikt is in de vorm van golfplaten en leidingen.
Voor het beheren van asbest op de werkplek zijn bedrijven bovendien gebonden aan de Well-being Act, ofwel de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Dit impliceert dat werkgevers een asbestinventaris moeten opstellen voor gebouwen die voor 2001 gebouwd zijn – het jaar waarin het verbod op het gebruik van asbest in België volledig van kracht ging.
Bewustwording en informatievoorziening zijn van cruciaal belang voor het naleven van de wetgeving aangaande asbest. Overheidsinstellingen zoals de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de regionale milieuagentschappen verstrekken uitgebreide informatie, richtlijnen en procedures voor het omgaan met asbest.
Ondanks de uitgebreide regulering blijft de aanwezigheid van asbest in oudere gebouwen een groot probleem waarmee eigenaren en renovatiebedrijven worden geconfronteerd. Bij renovatie of sloop is het essentieel dat men rekening houdt met de aanwezigheid van asbest en de wettelijk voorgeschreven procedures volgt voor asbestinventarisatie en -sanering.
De strikte regelgeving rondom asbest dient dus niet alleen om nieuwe toepassingen te voorkomen, maar ook om de bestaande risico's te beheren. De kosten voor het verwijderen van asbest kunnen aanzienlijk zijn, maar wegen niet op tegen de prijs van menselijk leed veroorzaakt door blootstelling aan dit gevaarlijke materiaal.
Hoewel de wetgeving rond asbest vaak wordt bijgewerkt en aangescherpt, blijft het van belang om goed geïnformeerd te zijn over de meest actuele regels. Dit is niet alleen van belang voor professionals in de bouw en sloop, maar voor iedereen die met de stof in aanraking kan komen.
Als journalist gespecialiseerd in asbest, blijf ik deze ontwikkelingen op de voet volgen om de gemeenschap te informeren en bewust te maken van de risico's en de noodzaak tot een zorgvuldige omgang met asbest. Het is immers onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om een veilige leefomgeving te waarborgen voor huidige en toekomstige generaties. Met een gecoördineerde inspanning en strikte naleving van de regelgeving kunnen we de risico's die asbest met zich meebrengt terugdringen en een gezondere toekomst tegemoet gaan.